In de antroposofische kinderopvang gaan we ervan uit dat een gezond kind vanzelf groeit en zich ontwikkelt. Als het zich in een omgeving bevindt waar de juiste voorwaarden zijn geschept, hoef jij als opvoeder/verzorger niks extra’s te doen. Dat betekent niet dat je niks moet doen.
Wat kun je doen om een optimale omgeving te creëren voor de gezonde ontwikkeling van een baby? Dit zijn de 11 punten waar wij mee werken.
-
Een nabootsingswaardige opvoeder
Een kind boots innerlijk en uiterlijk na wat de volwassenen om hem heen doen en hoe ze dat doen. En kind kijkt en luistert heel goed en doet het na. Het is daarom heel belangrijk om je als opvoeder bewust te zijn van deze voorbeeldrol en je gedrag en communicatie hierop af te stemmen.
-
Adequate verzorging
Goed afgestemde verzorging, liefde en aandacht zijn essentieel voor een goede ontwikkeling van ieder kind. Het is van belang dat je sensitief bent en passend reageert op de zorgvraag/behoefte zodat het kind zich veilig en gezien voelt.
-
Gezonde voeding
Voeding is van belang voor de smaakontwikkeling, de opbouw en het onderhoud van het fysieke lichaam. Kiezen voor biologische voeding betekent eten zonder kleur- en smaakstoffen, pesticiden, gifstoffen en antibiotica. Biologische voedingsmiddelen hebben daarnaast een hogere voedingswaarde.
-
Verschonen
Verschonen is een vast onderdeel van de dagelijkse verzorging van het jonge kind. Wanneer je bij het verschonen gebruik maakt van een vast ritueel, met de baby praat en zorgt dat je oogcontact hebt, geeft dit het kind een gevoel van veiligheid zodat het kan ontspannen. Verzorging is altijd communicatie. Daarom zijn alle verzorgingsmomenten, zoals verschonen, heel geschikt om met de baby in contact te zijn.
-
Voldoende slaap
“Moe wordt je vanzelf, slapen moet je leren”. Dit is een uitspraak van kinderarts Edmond Schoorel. De opvoeder geeft door een duidelijk ritme aan de dag en de nacht het kind de mogelijkheid om een eigen slaap-waak ritme op te bouwen. Jonge kinderen moeten soms leren om zelf in slaap te vallen en los te laten. De opvoeder helpt het kind om dit te leren en om het zelf te doen.
-
Voldoende dagelijkse interactie tussen volwassene en de baby
Voor kinderen met een prikkelbaar temperament is interactie heel belangrijk. Elk kind wil graag verbinding. Maar een temperamentvol kind heeft er extra veel behoefte aan. Ze hebben ook meer bevestiging nodig dat die verbinding er is. Zorg ervoor dat je aanwezig bent (niet alleen fysiek), zorg voor vaste contactmomenten en plan meer tijd in voor dingen.
-
Stressreductie
Tijdens de eerste levensmaanden bouwen baby’s een hechte, emotionele band op met hun verzorgers. Een veilige hechting tussen baby en zijn verzorgers is belangrijk omdat deze vroege ervaringen gevolgen hebben voor de toekomstige relaties met andere mensen. In de antroposofische kinderopvang gaan we er vanuit dat de ervaringen die wij vroeg in ons leven opdoen, van grote invloed zijn op het latere functioneren van ons brein. Het verminderen van prikkels en stress bij baby’s is belangrijk zodat de hersenen zich goed kunnen ontwikkelen. Het is dus bepalend voor de kwaliteit van de rest het leven.
-
Hemeltje boven de box of wieg
Maar hoe kun je bij baby’s de stress verminderen? In de antroposofische kinderopvang gebruiken we vaak een hemeltje, meestal een roze doek van natuurlijk materiaal, boven een box of wieg. Dit hemeltje zorgt voor letterlijke omhulling (net als in de baarmoeder), minder prikkels van buitenaf en daardoor een gevoel van geborgenheid en bescherming. In een prikkelarme omgeving maakt een baby minder stresshormonen aan.
-
Mutsje om prikkel te dempen
Een tweede ‘attribuut’ in de antroposofische babyopvang is het zijden of wollen babymutjes. Het hoofdje wordt bedekt, het voorhoofd wordt vrijgelaten, dit geeft omhulling (bescherming van de fontanel) en gaat warmteverlies uit het hoofd tegen.
-
Veel (meer) zingen voor de kinderen
Liedjes zingen, spreken en reciteren is goed voor de taalontwikkeling van jonge kinderen. Ze vinden (voor ons) eindeloze herhaling van liedjes prettig. Door te herhalen leren kinderen, weten ze wat er komt en kunnen ze na verloop van tijd op hun eigen manier meedoen. Wanneer je tegelijk met het zingen beweegt en gebaren maakt, doet ook de motorische ontwikkeling mee!
-
Drie pedagogen
De Italiaanse filosoof en pedagoog Loris Malaguzzi (1920-1994) spreekt over ‘drie pedagogen’ die het kind nodig heeft voor de ontwikkeling: de omgeving (de inrichting), de volwassene en de kinderen. Een ding wat duidelijk blijkt uit zijn krachtige, op communicatie gerichte kindbeeld is dat kinderen het meeste leren van elkaar. Ze zijn voor elkaar de eerste pedagoog. Baby’s hebben andere nodig om zich aan ‘op te trekken’.