Reguliere kinderliedjes hebben vaak een duidelijk ritme, een stevigere maat en een duidelijk begin en eind. Vanuit de antroposofische visie op de ontwikkelingsfases van het kind gaan wij er vanuit dat jonge kinderen nog sterk verbonden zijn met de geestelijke wereld en bezig zijn om hun fysieke lichaam eigen te maken. Jonge kinderen zijn nog niet helemaal ‘geland’ op aarde, wij moeten ze daarbij begeleiden. Dit doen we niet door het kind actief te stimuleren in zijn of haar ontwikkeling want we gaan er vanuit dat het gezonde kind de ‘wil’ heeft om zelf gezond te groeien en te ontwikkelen in een eigen tempo. Als het zich in een omgeving bevindt waar de juiste voorwaarden zijn geschept, hoef jij als opvoeder/verzorger niks extra’s te doen. Dat betekent niet dat je niks moet doen.
We zingen bij voorkeur naast de reguliere, meer aardse, kinderliedjes ook pentatonische, meer hemelse, kinderliedjes.
Pentatonische muziek heeft geen halve tonen in de toonladder die de melodie een bepaalde richting opstuurt. Doordat er twee toonafstanden ruimer zijn, ontstaat er meer ademruimte en is de grondtoon minder absoluut. Hierdoor klinkt pentatonische muziek vaak open, zwevend en licht. De liedjes kunnen ‘eindeloos’ doorgezonden worden. Het kan een gevoel van tijdloosheid geven, met een dromerige en sprookjesachtige stemming. Deze stemming is verbonden met de geestelijke wereld waar de ziel vandaan komt voordat hij incarneert op aarde. Dit herinnert het kind aan zijn herkomst en geeft een gevoel van veiligheid, herkenning en ook erkenning door de opvoeders om het kind heen. We verzorgen zo voor de kinderen een zachte en veilige landing in het aardse leven.
Er wordt binnen het kinderdagverblijf geen audiovisuele apparatuur gebruikt. Omdat we het belangrijk vinden dat kinderen ‘waarachtige ervaringen’ opdoen aan de basis van hun leven. Daar bouwen zij letterlijk hun eigen lichaam mede door op. De eerste zeven levensjaar zien wij binnen de antroposofische pedagogiek en opvoeding als de basis van het fysieke lichaam en ook als de basis waarvan zij de rest van hun leven uitgaan, het fundament. Dit fundament wil je zo gezond mogelijk laten zijn en dus blootstellen aan het werkelijke leven, echte positieve ervaringen, gezonde voedzame voeding en een liefdevolle opvoeding door de volwassenen om het kind heen.
Zelf zingen en muziek maken geeft een andere klank, trillingen en nagalm dan elektronisch aangestuurde geluiden.
Er gebeurt daardoor bij de ontvanger, het kind, ‘wezenlijk in relatie tot de ziel’ iets anders. Pedagogisch medewerkers zingen en maken daarom zelf muziek, bijvoorbeeld op de fluit, de xylofoon, gitaar of op de lier (kleine harp).
Ontvang 6x per jaar onze inspiratie per mail.
X